Als je tijdelijk minder werk heb voor je werknemers, kun je werktijdverkorting aanvragen. Werknemers voor wie dit geldt, krijgen dan tijdelijk een WW-uitkering. Hiervoor dien je eerst een vergunning aan te vragen. Om in aanmerking te komen voor werktijdverkorting moet je aan voorwaarden voldoen.
Om in aanmerking te komen voor werktijdverkorting moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De onderneming is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het ondernemingsrisico valt. Het coronavirus is een dergelijke bijzondere situatie;
- Het coronavirus is de oorzaak voor de afgenomen werkzaamheden of dalende omzet.
- Je verwacht voor een periode van minimaal twee en maximaal 24 weken minsterns 20% minder werk.
Werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor vaste werknemers en dus niet voor oproep- en uitzendkrachten. Ook voor zieke werknemers kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd.
Vergunning aanvragen
Wil je een beroep doen op werktijdverkorting, dan moet je daarvoor een vergunning aanvragen bij het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze aanvraag kun je uitsluitend indienen via het digitale formulier op de website van het ministerie van SZW via
Motiveer je aanvraag goed!
Op het aanvraagformulier moet je goed en duidelijk formuleren waarom je in aanmerking komt voor werktijdverkorting. Motiveer je de aanvraag niet of niet voldoende, dan zal het SZW de aanvraag afwijzen of om een nadere toelichting vragen. Dat levert vertraging op. Wij helpen u graag met het indienen van de aanvraag.
Geldig voor 6 weken
De vergunning wordt verleend vanaf de datum waarop de aanvraag is ingediend (en niet voor de periode daarvoor). Het is dus belangrijk niet te lang te wachten met de aanvraag. De vergunning is zes weken geldig. Is de situatie in deze periode niet verbetert, dan kun je een verlenging aanvragen.
Verkrijg je een vergunning voor werktijdverkorting, dan moet je de ontvangst daarvan direct melden bij het UWV. Dit kun je doen via een digitaal formulier van het UWV ‘melden WTV’.
Doorbetalen loon
Gedurende de werktijdverkorting ben je verplicht het loon van de werknemers door te betalen. Pas na afloop van de termijn kun je een deel van de loonkosten van het UWV vergoed krijgen. Tijdens de periode van werktijdverkorting betaal je 100% van het loon door aan de werknemers. Het UWV vergoedt (ervan uitgaande dat je aan alle vereisten voldoet) 70% van het maximum dagloon over de uren die de werknemers tijdens de werktijdverkorting niet hebben gewerkt.